Met elkaar in een kamer tot witte rook opstijgt

In een blogreeks - onder de noemer 'Functiemix in het basisonderwijs: zorg of zegen?' - hebben we de bestuurders van de verschillende stakeholders gevraagd om hun visie op de het personeelsbeleid en de functiemix in het primair onderwijs. Vandaag Bert de Waal,  Rayonbestuurder AOb (Algemene Onderwijsbond)

Het is een zegen voor het onderwijs dat met de invoering van de functiemix een bedrag van 1,2 miljard euro is vrijgemaakt om te investeren in de beroepsgroep leraren. Bij deze investering gaat het niet alleen om het geld, maar ook om de erkenning van en waardering voor leraren. Gelijktijdig is de functiemix ook een zorg. Hoe gaan we realiseren dat het extra geld ook echt besteed wordt aan functiedifferentiatie en dus aan extra beloning voor leraren die zich specialiseren en carrière willen maken?

Negatieve spiraal of kwalitatieve ontwikkeling

Investeren in leraren is een randvoorwaarde om het onderwijs te blijven verbeteren. Als je investeert in (na en bij) scholing, training én persoonlijke ontwikkeling van leraren, dan komt dat hoe dan ook ten goede aan de kwaliteit van het onderwijs. Het is goed als schoolleiders hun leraren hierin ook stimuleren en belonen. Sinds 2010 ontvangen schoolbesturen extra geld van het ministerie om leraren promotie te kunnen geven met bijbehorende beloning. Maar om diverse - overigens - soms legitieme - redenen is het geld niet altijd daaraan besteed. Door externe ontwikkelingen (zoals dalende leerlingaantallen) en interne knelpunten (zoals terugdringen ziekteverzuim en voorkomen ontslagen) zijn wel investeringen in het onderwijs gedaan, maar niet waarvoor het bedoeld was. Namelijk versterking van het beroep van leraren en verbeteren van het onderwijs. In- en externe omstandigheden zorgen er dus soms voor dat functiedifferentiatie niet wordt ingevoerd, waardoor je niet tot kwalitatieve ontwikkeling komt, maar juist in een negatieve spiraal beland.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Iedere leraar ziet het belang zich te blijven ontwikkelen en leren, maar er zijn scholen waar nauwelijks ruimte is om te investeren in opleiding en nascholing. Als niemand dan iets doet, verandert er ook niks om deze spiraal te doorbreken. Het is aan de schoolbestuurder om randvoorwaarden te creëren, waarbinnen de gemaakte afspraken met betrekking tot functiemix gerealiseerd kunnen worden. Leraren hebben zelf ook een verantwoordelijkheid. Zij moeten individueel of als team daadkrachtig aangeven dat ze de functiemix ingevoerd willen hebben en het gesprek daarover afdwingen. Maar als alle partijen niet in beweging komen - en er volgen geen sancties - dan blijft alles zoals het is en is er geen enkele ontwikkeling.

Kritische succesfactoren

Opvallend is dat het soms bij kleinere schoolbesturen wel goed gaat. De bestuurder zit dichtbij de school, waardoor het gesprek over het personeelsbeleid en de functiemix gevoerd wordt tussen schoolbestuurder, schoolleider én het team. Hoe gaan we het organiseren, waar lopen we tegen aan, welke procedures moeten we opzetten, welke functies hebben we echt nodig, hoe gaan we de taken verdelen en hoe gaan we de monitoring doen? Als iedereen aan het gesprek meedoet, ben je ook allemaal vanaf het begin betrokken bij de keuzes en stappen die worden gezet. Bovendien zijn de consequenties van de keuzes zichtbaar en transparant. Als iemand bijvoorbeeld specialist rekenen wordt, dan moet hij ook de ruimte - qua tijd en geld - krijgen om die taak te beoefenen en moeten dus de andere taken herverdeeld worden in het team.

Witte rook

Het gedachtegoed achter de functiemix is goed: het versterken van de positie van leraren en het beroep aantrekkelijk maken voor een nieuwe generatie leerkrachten. Maar met name de ‘zittende‘ generatie heeft niet altijd behoefte aan functiedifferentiatie. Het is daarom de opdracht aan schoolbestuurders en schoolleiders om het op de agenda te zetten en teambreed te bespreken. Ga met elkaar in een kamertje zitten om tot een goede functiemix te komen. En kom pas naar buiten als er witte rook is.Bert de Waal,  Rayonbestuurder AOb

Ondersteuning

Schoolbestuurders kunnen zich nog aanmelden voor de regionale bijeenkomsten, de zogenaamde Alliantiefabrieken. De bijeenkomst is bedoeld om schoolbestuurders en HR-adviseurs van verschillende scholen van elkaar te laten leren en elkaar te helpen en stimuleren om de functiemix in te zetten als instrument binnen het HR-beleid.

Regionale bijeenkomst - Groningen

28 september 2016, 14:00 - 17:00 | Het Paleis, Boterdiep 111, Groningen

Regionale bijeenkomst - Amsterdam

7 oktober 2016 | Old school podium, Gaasterlandstraat 3-5, Amsterdam

Regionale bijeenkomst - Eindhoven

12 oktober 2016, 14:00 - 17:00 | Evoluon, Noord Brabantlaan 1A, Eindhoven

Regionale bijeenkomst - Arnhem

9 november 2016, 14:03 | Rozet, Kortestraat 16, Arnhem

Regionale bijeenkomst - Rotterdam

16 november 2016, 14:00 - 17:00 | De Machinist, Willem Buytewechstraat 45, Rotterdam